20220318 Nieuwsbrief 2 Waarheidsvinding over kernenergie in tijden van oorlog
Houden onze media het journalistieke roer recht?
Zo’n 200 werkers waren begin maart als gevolg van militaire acties vast komen te zitten bij hun werk aan de ontmanteling van de kerncentrales van Tsjernobyl. Terwijl de oorlog in Oekraïne voortraasde, raakten de media in de ban van stralingsangst.
Laten we voorop stellen dat het goed, logisch en noodzakelijk is dat onze media aandacht besteden aan de gevechtshandelingen rond Tsjernobyl. Maar wat is de kwaliteit van de verslaggeving over deze uiterst gevoelig liggende zaken? Neem bijvoorbeeld de NOS, voor veel Nederlanders nog steeds één van de belangrijkste nieuwsbronnen. Gaat de NOS bij nieuws over deze complexe onderwerpen te rade bij onbetwiste experts?
Vrijdag 4 maart gaat de NOS er bij de berichtgeving direct stevig in. https://nos.nl/collectie/13888/artikel/2419772-kerncentrales-niet-gebouwd-op-oorlog-bij-inslag-dreigt-grote-ramp. Een quote uit dit artikel: "Kerncentrales zijn absoluut niet ontworpen om te functioneren in oorlogsgebied", zegt atoomfysicus en emeritus hoogleraar Wim Turkenburg. Hij vreest voor een onbedoelde bominslag op een koelbad of kernreactor. "Dan kan er een grote ramp plaatsvinden."
Dat klinkt alarmerend! Je zou haast over het hoofd zien dat het stuk op de NOS site waar bovenstaande link naar verwijst, geen duidelijk onderscheid maakt tussen de laatste werkende reactoren van Tsjernobyl die rond het jaar 2000 zijn uitgezet en de reactoren van de centrale van Zaporizja, die nog vol in bedrijf zijn en derhalve veel meer radioactiviteit bevatten. Laten we daarom met koele blik die gevaren één voor één bekijken.
Het is in de wereld van rampenbestrijding goed gebruik om met het grotere gevaar te beginnen. Dat is niet de splijtstof van een centrale die 22 jaar geleden is uitgezet, maar een kerncentrale die nu nog draait: die van Zaporizja dus. Hoe groot is het gevaar voor Nederland als alle zes reactoren van de centrale van Zaporizja de lucht in zouden gaan? Lars Roobol van het RIVM rekende het uit. “Zelfs als er een harde oostelijke wind staat, en het hier min twintig graden kan worden, neemt de stralingsdosis onderweg nog zo snel af, dat die hier geen probleem vormt”, zegt het afdelingshoofd voor straling en radioactiviteit. Roobol moet gissen op welke veiligheidsrisico’s het IAEA doelde in haar berichten. Hij vermoedt dat het IAEA erop wilde wijzen dat de vrijheid van nucleaire werkers in het geding was. Dat is een ernstige aantasting van hun persoonlijk en professionele autonomie, maar geen direct veiligheidsrisico. De IAEA droeg met haar persbericht onbedoeld bij aan de verwarring, kunnen we achteraf constateren. Roobol doet zijn uitspraken in De Telegraaf, in een artikel van Edwin Timmer dat hieronder staat weergegeven.
Wim Turkenburg bij WNL
Dezelfde dag dat het artikel in De Telegraaf verschijnt, zien we Wim Turkenburg terug bij WNL waar hij mag komen filosoferen over de gevaren. Wij weten inmiddels al dat zes ontploffende werkende reactoren voor Nederland geen gevaar opleveren. Hoe gevaarlijk zouden dan de 22 jaar oude brandstofstaven zijn die in Tsjernobyl worden bewaard en gemonitord? Turkenburg is er niet gerust op: vanaf 2:20 is in het filmpje te horen dat hij zich hardop zorgen maakt over de noodkoeling die kan uitvallen, de staven kunnen droogkoken en zelfs smelten, waardoor heel gevaarlijke stoffen naar buiten komen.
https://www.youtube.com/watch?v=nHoqfx_JHoQ
Maar Lars Roobol zegt in De Telegraaf: “Deze staven kan je gewoon met luchtkoeling koel houden.” Wie heeft er nou gelijk, Roobol of Turkenburg? We vragen het na bij Tjerk Kuipers, nucleair veiligheidsexpert, die het voor ons uitzoekt. Het blijkt dat je dit gewoon kunt opzoeken in de vakliteratuur. Kuipers laat weten dat uit de jongste splijtstofstaven in Tsjernobyl er per staaf nog ongeveer een kwart watt aan warmte vrijkomt. Amper genoeg om zo'n staaf, vier meter lang, warm te maken, laat staan dat deze hiervan zou kunnen smelten. Kuipers voegt er aan toe: “Extra koeling van het koelwater helpt corrosie tegen te gaan. Maar in geval van stroomuitval, en na 48 uur noodstroom en zelfs het eventueel verdampen van al het water, is luchtkoeling afdoende om de splijtstofstaven te koelen. Radiolyse van het koelwater (waterstofgasvorming onder invloed van straling) is bij deze vermogens praktisch afwezig. De kans op een waterstofexplosie zou teniet gedaan kunnen worden door een raam open te zetten. De tweede sarcofaag over de reactorresten houdt stofdeeltjes binnen door weersinvloeden buiten te houden. Daarbij zal onderdruk in het gebouw extra helpen en bij stroomuitval is deze minder goed gegarandeerd. Stroomuitval zorgt uiteraard ook voor communicatieproblemen in het monitoringsnetwerk en oncomfortabele werkomstandigheden voor personeel in Tsjernobyl dat toch al onder hoge druk moet presteren. Hoe dan ook is er geen enkel scenario te bedenken waarin deze splijtstofstaven zouden smelten.”
Maar hoe zit het met omwonenden?
Het valt dus niet mee om iets te bedenken waardoor de nucleaire site van Tsjernobyl nog gevaar voor omstanders zou kunnen opleveren, laat staan voor ons in Nederland. Zelfs in het onwaarschijnlijke geval van zes ontploffende reactoren in Zaporizja hoeven wij ons geen stralingszorgen te maken. Maar wat zijn de gevolgen voor de Oekraïners die daar in de buurt wonen als zich zo’n extreem scenario zou voordoen? Dat is een vraag die we veel beter kunnen beantwoorden dan vroeger, omdat de wetenschap immers de gevolgen van de ongelukken van Tsjernobyl en Fukushima nauwkeurig in kaart heeft gebracht. Een nieuwsbericht van de NOS deze week, waarin kankerpatiënten elf jaar na het ongeluk in Fukushima schadevergoeding eisen, stelt niet gerust:
Elf jaar na kernramp Fukushima eisen kankerpatiënten miljoenencompensatie | NOS. Maar een deskundige valt het direct op dat dit bericht zonder enige nuance door de NOS is overgenomen. Iedere deskundige kent namelijk het UNSCEAR en haar rapportages over de gevolgen van Tsjernobyl en Fukushima. In haar rapport Volume II SCIENTIFIC ANNEX B: Levels and effects of radiation exposure due to the accident at the Fukushima Daiichi Nuclear Power Station: implications of information published since the UNSCEAR 2013 Report heeft zij de verhoogde incidentie van schildklierkanker het volgende geschreven: “These [difference in rates due to the ultrasensitive thyroid population screening] observations suggest that the increased incidence rates may be due to over-diagnosis (i.e. detection of thyroid cancer that would not have been detected without the screening and would not have caused symptoms or death during a person’s lifespan)”.
Daarnaast, rekenend met de maximale schildklierdosis uit onderstaande verdeling (100 mGy), levert dit een effectieve dosis op van 5 mSv – een lage dosis. De gezondheidseffecten daarvan zijn dan ook vrijwel afwezig. Het is dan ook zeer de vraag of de miljoenenclaim van Chihiro en haar mede-claimers toegekend zal worden op basis van deze gegevens.
De risico’s van desinformatie
Overigens doet dat niets af aan de misère waarin deze jonge vrouw terecht is gekomen. We lezen in het NOS-bericht:
Niet alleen de kanker heeft Chihiro’s leven overhoopgegooid. Aan Fukushima kleeft in Japan een sterk stigma. De vrouw durft haar volledige naam niet vrij te geven, uit angst voor discriminatie. “Het is moeilijk een goede baan te vinden, of zelfs een partner te vinden die kinderen met slachtoffers wil. Stel nou dat door de straling iets zou misgaan.”
Na het onderzoek van de gevolgen van Tsjernobyl concludeerde de UNSCEAR dat er geen aanwijzingen waren voor genetische defecten als gevolg van het ongeluk. De sociale stigmatisering die kankerpatiënten zoals Chihiro zelfs na het veel minder ernstige ongeluk in Fukushima ten deel valt, had wellicht kunnen worden voorkomen als de media hun best zouden doen om op basis van de beste expertise vooroordelen te bestrijden, zoals ze dat destijds ook met aids hebben gedaan.
Het lukt de NOS in ieder geval nog niet erg goed om met kernenergie en straling aan de journalistieke normen voor waarheidsvinding te voldoen.
Helpen?
Steun ons als u ook over het onderwerp kernenergie de beste beschikbare informatie wilt:
Naam: Stichting e-Lise
IBAN: NL28 INGB 0009 4492 56
https://www.e-lise.nl/hoe-je-ons-kunt-helpen