School gezocht voor deelname aan Europees NLT/STEM-project om in de energietransitie ‘appels en peren’ te leren vergelijken
Hoe worden de apparaten geproduceerd waarmee de energie wordt opgewekt/geoogst? Hoeveel grondstoffen zijn er uiteindelijk nodig per kilowattuur? Waar komen die grondstoffen vandaan? Hoe worden ze gewonnen? Tot welke afvalstromen leidt dat? In hoeverre zijn deze toxisch? In hoeverre hebben we daar zicht op? Zijn er relevante emissies of andere impacts in de productiefase? Hoe ziet de ontmantelingsfase er uit? Welk afval blijft er uiteindelijk over? Wat is het verschil tussen recycling en decycling? In welke mate is recycling praktisch gesproken mogelijk? Wat zijn hierbij de uitdagingen? Hoe zouden we het percentage recycling kunnen verhogen? Als we de inputs en outputs overzien per opgewekte eenheid energie, hoe wegen we de opwekvormen dan tegen elkaar af? Welke verbeterpunten zijn er nog mogelijk? Hoeveel toxische stoffen accepteren we in reststromen? Wat is een detectiegrens? Hoe bepalen we een acceptatiegrens? Hoe laten we maatschappelijke belangen meewegen in het vaststellen van acceptatiegrenzen?
Zeven hoofdstukken, die in grote lijn volgen het proces van energieproductie
Rond deze en verwante vragen willen wij stapsgewijs een lesmodule samenstellen voor NLT/STEM-onderwijs op 5 VWO-niveau. Op basis van een reeks ‘Small Scale Partnerships’ van het Erasmus+programma organiseren willen wij hiertoe uitwisselingen organiseren tussen telkens tussen twee scholen in twee Europese landen. Elke uitwisseling levert één hoofdstuk op van een lesmodule die uiteindelijk uit zeven hoofdstukken moet omvatten. Deze zullen in het Engels volgens het Open Source principe worden gepubliceerd. Elk land is vrij om aanvullende materialen zoals vertalingen in de landstaal en toetsen te publiceren; in Nederland zal dit worden gedaan door de Vereniging NLT.
Elke uitwisseling moet de lesstof voor één hoofdstuk opleveren.1 Elke deelnemende accepteert de opdracht om rond de uitwisseling relevante en aansprekende lesstof te maken. Docenten en leerlingen gaan samen aan de slag met de onderwerpen die in hun hoofdstuk centraal staan. De docenten maken een selectie van relevante theorie, stellen lesmateriaal op en bedenken aansprekende praktische opdrachten. De uitwisseling wordt georganiseerd rond faciliteiten die met energieproductie te maken hebben, en die binnen of nabij de betreffende twee landen te vinden zijn. De deelnemende docenten stellen naar aanleiding van de theorie en de praktijkopdrachten hun hoofdstuk samen, met ondersteuning vanuit WePlanet, dat tevens de online publicatie van de resultaten faciliteert.
Hoe dit idee ontstond
Het idee voor deze aanpak ontstond in de marge van onze deelname aan de discussies over radioactief afval die het Nederlandse Rathenau Instituut tussen 2020 en 2024 organiseerde. Deelnemende docenten en onderzoekers in de hoek van toxische en radioactieve afvalstoffen vonden tijdens de discussies de uitspraak dat ‘we appels en peren met elkaar moeten leren vergelijken’ maatschappelijk bijzonder relevant. Zeer verschillende technologieën leiden tot zeer verschillende maatschappelijke voordelen, maar ook tot zeer verschillende afvalstromen en eisen die daaraan worden gesteld. Het denken hierover lijkt bij kernenergie vaak verder gevorderd dan bij andere toxische afvalstromen. Tegelijkertijd is het zo dat processen, ervaringen, dilemma’s én oplossingen uit de ene context leerzaam kunnen zijn voor andere contexten – en het maatschappelijk gesprek vooruit kunnen brengen.
Gesprekken hierover binnen een groep groep NLT/STEM -docenten leidde al snel tot de constatering dat dit onderwerp uitstekend past binnen het STEM/NLT-onderwijs, en dat in dat onderwijs tot op heden een module over toxisch afval ontbreekt. Daarmee leek tevens een goed onderwerp gevonden voor WePlanet, dat graag een project wilde doen in het kader van het Europese Erasmus+-programma.
De bedoeling is om dit project vanuit WePlanet meerjarig te coördineren. Voor WePlanet biedt het kansen om zich te profileren als een wetenschappelijk gedreven milieuorganisatie. Als telkens een nieuwe school bij Erasmus+ een nieuwe ‘Small Scale’ project aanvraagt, en WePlanet het project coördineert, ontstaat in de loop van enkele jaren een echt Europees project. WePlanet kan zich aldus bekendmaken bij deze belangrijke beroepsgroep en, via de leerlingen, toekomstige beleidsmakers kennis laten maken met de milieu-stroming van het ecomodernisme. De inhoud en de opzet per deelproject zijn getoetst aan een passen binnen de prioriteiten van het Erasmus+-programma.
De betrokken docenten zijn enthousiast, en inmiddels zijn zowel de Belgische als de Nederlandse (respectievelijk STEM- en NLT-) verenigingen aan boord.
Wat we nog zoeken: een Nederlandse school, een enthousiaste NLT-docent met een 5 vwo-klas die in het eerste deelproject wil participeren
Het Waterbaan College in Deurne (B) is bereid de aanvragende partij zijn voor het eerste Erasmus+-partnership. Om aan de minimale vereisten van Erasmus+ te kunnen voldoen, zoeken we een Nederlandse school, met tenminste één enthousiaste NLT-docent die wil participeren in dit traject. De Nederlandse en Belgische docent(en) organiseren gezamenlijk de voorbereiding, een uitwisseling van klassen en stellen het lesmateriaal op dat rond het deelthema relevant is. De coördinator (ondergetekende) leidt het proces in goede banen.
Belangstelling?
Neem contact op!
Oktober 2024
Gijs Zwartsenberg
06 54 992 774
g.zwartsenberg@gmail.com
1 Voor het startproject voorzien we een Nederlands-Belgische uitwisseling waarin we o.a. een vergelijking willen maken tussen de wijze waarop de we omgaan met hoogradioactief afval en met zogenaamde Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS). ZZS is een term uit de afvalwereld, waaronder een bont spectrum stoffen vallen, van kwik en cadmium tot pcb’s en furanen. Dit thema is bij geschikt voor deze uitwisseling omdat in beide landen zich faciliteiten bevinden voor zowel de opslag van radioactief afval als van ZZS.